Vliegveld Twente

Op zondag 15 mei gaan we naar vliegveld Twente waar Joost Haverkort van de zweefvliegclub ons welkom heet. Piloot Frank van Hees en stewardess Sylvia Wekking nemen ons mee in hun verhaal over beide beroepen. De kinderen beginnen met een blinddoekspel. Zo moet de ene topper de andere geblinddoekte topper door de ruimte loodsen, maar deze ruimte staat vol stoelen, tafels en barkrukken. Hoe komen ze bij de bank zonder al te veel brokken te maken. We willen namelijk geen ‘brokkenpiloten’. Sommige kinderen hebben er een natuurlijk gevoel voor, anderen vinden het nog best wel lastig om de communicatie soepeltjes te laten verlopen. Uit het spel komt naar voren, dat communicatie heel belangrijk is, vooral als je piloot of stewardess wilt worden. Je moet natuurlijk je talen kennen, maar ook met korte zinnen een ander iets duidelijk kunnen maken.

De studie is niet goedkoop en theorie wordt afgewisseld met praktijk. Elke keer wanneer je een ander type vliegtuig gaat besturen, moet je eerst weer 3 maanden aan de studie en in de simulator. Sylvia vertelt over meerdere bijzondere dingen die ze heeft meegemaakt, zoals een terroristische aanslag voorkomen, een brand moeten blussen aan boord, die moeilijk te blussen was, maar ook iemand die is overleden aan boord. En wij maar denken dat je alleen drankjes rond hoefde te brengen en te glimlachen!

Na de heerlijke lunch neemt Joost ons mee naar een heel oud zweefvliegtuig, waarvan de vleugels niet gemaakt zijn van kunststof, maar van linnen! Er is ook een Engelstalige meneer die les geeft op de Universiteit Twente, die een eigen eenmotorig vliegtuig heeft, een Piper! Deze vleugels zijn duidelijk korter dan die van een zweefvliegtuig. De kinderen spreken heel behoorlijk Engels, verstaan alles wat de man vertelt en spreken soms zelfs in volzinnen terug. Prachtig om te aanschouwen. Ze mogen ook in het vliegtuig zitten!

Daarna gaan we kijken bij de lier, die de zweefvliegtuigen de lucht in trekt. Het is een grote, gele kar, die heel stevig moet staan en ook geaard is. De mensen leggen 4 kabels neer, zodat 4 vliegtuigen achter elkaar de lucht ingetrokken kunnen worden. Als de lier losgekoppeld wordt, zorgt een parachute er weer voor dat de kabel rustig op de grond eindigt. Een auto moet deze kabels weer terug brengen naar de startplek, om weer aan nieuwe vliegtuigen bevestigd te kunnen worden.

Vanaf 13 jaar mag je al lessen nemen en met een beetje geluk kun je dan op je 14e je eerste solovlucht maken. Een vliegtuig zoekt opstijgende lucht op, om steeds hoger te komen. Hoe hoger je kunt komen, des te langer je in de lucht kunt blijven. We zien nog een aantal vliegtuigen de lucht in gaan en ook een paar landingen en dan is het helaas al weer tijd om te vertrekken. Heel gaaf om hier te mogen zijn, te leren over het beroep van piloot en stewardess en ook zweefvliegtuigen te zien opstijgen en landen. Joost, Frank en Sylvia, bedankt voor deze bijzondere, ‘bevlogen’ dag!